2D transformaties toepassen!

boot Je kunt gebruik maken van de 2D transform-eigenschappen om html-elementen te roteren, schalen, veroplaatsen en schuin te trekken.Met de shorthand-notation matrix kun je in één stijlregel een aantal 2D transformeigenschappen opgeven.
Je voert achtereenvolgend de waarden in voor horizontaal schalen, verticaal schuintrekken, horizontaal schuintrekken, verticaal schalen, horizontaal verplaatsen en verticaal verplaatsen.

Horizontaal schalen

bootJe kunt gebruik maken van de 2D transform-eigenschappen om html-elementen te roteren, schalen, veroplaatsen en schuin te trekken.Met de shorthand-notation matrix kun je in één stijlregel een aantal 2D transformeigenschappen opgeven.
Je voert achtereenvolgend de waarden in voor horizontaal schalen, verticaal schuintrekken, horizontaal schuintrekken, verticaal schalen, horizontaal verplaatsen en verticaal verplaatsen

Verticaal schuintrekken

bootJe kunt gebruik maken van de 2D transform-eigenschappen om html-elementen te roteren, schalen, veroplaatsen en schuin te trekken.Met de shorthand-notation matrix kun je in één stijlregel een aantal 2D transformeigenschappen opgeven.
Je voert achtereenvolgend de waarden in voor horizontaal schalen, verticaal schuintrekken, horizontaal schuintrekken, verticaal schalen, horizontaal verplaatsen en verticaal verplaatsen

Horizontaal schuintrekken

bootJe kunt gebruik maken van de 2D transform-eigenschappen om html-elementen te roteren, schalen, veroplaatsen en schuin te trekken.Met de shorthand-notation matrix kun je in één stijlregel een aantal 2D transformeigenschappen opgeven.
Je voert achtereenvolgend de waarden in voor horizontaal schalen, verticaal schuintrekken, horizontaal schuintrekken, verticaal schalen, horizontaal verplaatsen en verticaal verplaatsen

Horizontaal schalen

bootJe kunt gebruik maken van de 2D transform-eigenschappen om html-elementen te roteren, schalen, veroplaatsen en schuin te trekken.Met de shorthand-notation matrix kun je in één stijlregel een aantal 2D transformeigenschappen opgeven.
Je voert achtereenvolgend de waarden in voor horizontaal schalen, verticaal schuintrekken, horizontaal schuintrekken, verticaal schalen, horizontaal verplaatsen en verticaal verplaatsen